Educatie
Leer alles over de economie
In een versleten tas zitten meer dan vijfhonderd biljetten van duizend mark uit 1923. Daarvan kon je toen nog geen kilo brood kopen.
Moet jij er ook zo wennen aan dat je kopje koffie alsmaar duurder wordt? De prijzen stijgen hard door onder andere de extreme droogte en hitte in Brazilië en andere koffielanden. De inflatie treft ieders portemonnee. Dat doet pijn. Maar het kan nog vele malen erger…
Dat illustreert een bijzonder object uit de Nationale Numismatische Collectie. In het depot ontdekten we een versleten aktetas waar in geen jaren naar was omgekeken. De oude sluiting ging maar moeilijk open. In de tas troffen we meer dan vijfhonderd miljard Duitse mark in bankbiljetten aan. Daarnaast waren er meerdere cheques uit het jaar 1923, waarvan een voor één miljoen mark, op naam van twee Nederlanders: Theo en Catharina. Meer heb je niet nodig om de nieuwsgierigheid te wekken.
Helaas stond geen informatie over de tas in het collectiesysteem. Wel zat er een briefje in de tas verstopt met de naam en het e-mailadres van de schenker. We zochten contact en tot onze verrassing kregen we al snel een zeer enthousiaste reactie. De schenker vertelde dat de tas niet bij haar familie, maar bij de familie van een vriendin vandaan kwam. Deze vriendin was weer de dochter van de halfbroer van de meneer Theo op de cheques. De schenker, zelf historica, wist verder niets van het verhaal achter de tas, maar deelde onze nieuwsgierigheid.
We kunnen maar weinig informatie uit de tas zelf halen. Het is daarom gissen naar wat er precies met de tas is gebeurd. We vermoeden dat Theo met deze tas in Duitsland is geweest. Dat is aannemelijk vanwege de cheques op zijn naam, in combinatie met de Duitse bankbiljetten. Een cheque van de Dresdner Bank op naam van Catharina suggereert dat zij is meegereisd. Maar waarom waren ze in Duitsland? Die vraag is helaas moeilijk te beantwoorden.
Van Theo weten we dat hij boekhouder was bij de gemeentelijke gas- en elektriciteitsfabriek in Den Haag. Hij trouwde in 1901 met Catharina en ze hadden geen kinderen. Catharina was de dochter van een tabaksverkoper. Van haar zijn in het archief alleen een aantal notariële aktes te vinden, waaronder een lening van 2.100 gulden aan een familie met een mineraalwaterbedrijf in Nederland. Het bedrijf verkocht mineraalwater uit Duitsland en ging in 1907 failliet. Waren Theo en Catharina op de een of andere manier betrokken bij dit bedrijf? Hadden ze aandelen of deed Theo misschien hun boekhouding? Zou dat een reis naar Duitsland kunnen verklaren? Het is allemaal net een beetje te ver gezocht. Voor zover te achterhalen uit het archiefmateriaal was noch Theo noch Catharina zelf afkomstig uit een handelsfamilie of een familie met connecties in Duitsland.
Van de voorbeelden van inflatie in de wereldgeschiedenis is de hyperinflatie in Duitsland, toen de Weimarrepubliek, van de jaren twintig van de vorige eeuw misschien wel het meest bekend. Deze inflatie werd veroorzaakt doordat Duitsland na de Eerste Wereldoorlog herstelbetalingen moest doen aan de geallieerden. Er werd papiergeld bijgedrukt om de betalingen te kunnen voldoen, wat tot inflatie leidde. Vanwege de inflatie moesten de herstelbetalingen worden gestaakt, waarop Franse en Belgische troepen het Duitse industriegebied bezetten. Intussen ging de regering door met het drukken van papiergeld om tekorten aan te vullen. Er ontstond een vicieuze cirkel waar geld werd bijgedrukt om de inflatie bij te houden, wat weer zorgt voor meer geldontwaarding, waardoor er nog meer geld moet worden gedrukt.
Op het moment dat Theo vermoedelijk in Duitsland was, de tweede helft van het jaar 1923, was de hyperinflatie op zijn top. Er zijn verhalen bekend dat je in Berlijn voor een kop koffie twintigduizend mark betaalde, maar in de tijd dat je dat kopje op dronk was de waarde van de mark al gedaald, dus betaalde je voor het volgende kopje vijftigduizend mark. Dat moet een angstaanjagende gewaarwording zijn geweest.
In de tas zitten meer dan vijfhonderd biljetten van duizend mark, bij elkaar gebonden in bundeltjes. Waarschijnlijk dacht Theo, toen hij laten we zeggen in juni 1923 naar Duitsland vertrok, met een hele tas vol biljetten van duizend mark goed uit de voeten te kunnen. Maar tegen het eind van 1923 was vijfhonderdduizend mark te weinig om ook maar een simpele maaltijd te kunnen betalen. Hij moest biljetten gaan gebruiken van tien miljoen mark, honderd miljoen mark, een miljard mark, honderd miljard mark... Zelfs dat was op een gegeven moment niet genoeg meer. Uiteindelijk had hij meer dan vijfhonderd miljard mark in zijn tas. Zoals te zien op de penning hieronder kostte een pond brood maar liefst 260 miljard mark op 1 december 1923. Dat betekent dat Theo op dat moment nog geen kilo brood kon kopen met de inhoud van de tas. Een week later kon het brood weer miljarden duurder zijn. Vijfhonderd miljard was niet meer dan wisselgeld, en grote aktetassen zoals deze functioneerden als portemonnee.
De hyperinflatie betekende een tragedie voor de jonge Weimarrepubliek. Bankbiljetten waren zo weinig waard dat ze zelfs direct in de kachel werden gestopt omdat dat goedkoper was dan brandstof. Mensen zagen hun spaargeld in een klap waardeloos worden. De misère en onrust zorgde onder meer voor een voedingsbodem waarin het nationaalsocialisme kon opkomen, met alle gevolgen van dien.
Er is helaas niemand die ons het exacte verhaal achter de tas kan vertellen. We nemen genoegen met de tas als een tijdcapsule uit een interessant maar turbulent stuk van het verleden. Objecten zoals deze maken de geschiedenis van ons geld tastbaar. Misschien kunnen we ooit een volgend stukje van de puzzel oplossen. In de tussentijd zal de tas worden verhuisd naar ons nieuwe depot aan het Frederiksplein.