Educatie
Leer alles over de economie
De Nationale Numismatische Collectie (NNC) heeft onlangs een bijzondere munt verworven: een mooie aanleiding om eens een blik te werpen op muntportretten.
Het krullende haar, het hoge jukbeen en de karakteristieke neus op deze bronzen munt van net een centimeter doorsnee behoren toe aan de Perzische provinciegouverneur Tissaphernes (413-395 v.Chr.). Tissaphernes is de eerste wiens gezicht tijdens zijn leven op een munt is afgebeeld, en dit is de start van een hele belangrijke ontwikkeling in de muntgeschiedenis.
Munten zijn in eerste instantie natuurlijk gemaakt om mee te betalen. Tegelijkertijd is muntgeld ook een ideaal communicatiemiddel. Munten gaan lang mee, ze worden in grote aantallen gemaakt en veel mensen krijgen ze in handen. Daarom hebben munt-uitgevende instanties en machthebbers ze altijd gebruikt om boodschappen over te brengen en macht te tonen. Het muntportret is het ultieme symbool van macht en - met Tissaphernes als pionier - betekende het een grote vernieuwing in de periode rond 400 v.Chr. Met portretten en bijbehorende symbolen, zoals een diadeem of scepter, konden machthebbers hun eigen - soms zelfs goddelijke - kwaliteiten uitdragen. Persoonlijker kunnen munten niet worden!
Portret van de vergoddelijkte Alexander de Grote op een munt van Ptolemaios I, geslagen 310-305 v.Chr.
(zilver, 27 mm; collectie DNB-NNC). Het portret is ‘geladen’ met een reeks goddelijke attributen: de olifantenscalp op zijn hoofd, compleet met slurf en slagtanden (verwijst naar Dionysos, macht, kracht en Alexanders overwinningen in India), de aegis om zijn schouders (een beschermend attribuut geassocieerd Zeus en Athena) en de ramshoorn op zijn hoofd (een verwijzing naar Zeus Amon, van wie Alexander claimde dat het zijn goddelijke vader was).
In de Grieks-Hellenistische wereld begon het gebruik om portretten van levende machthebbers op munten te plaatsen pas echt na de dood van Alexander de Grote in 323 v.Chr. Alexanders generaals en opvolgers waren in een machtsstrijd verwikkeld en wilden allemaal een deel van zijn wereldrijk voor zichzelf.
Portret van Ptolemaios I, geslagen 305-283 v.Chr.
(zilver, 28 mm; collectie DNB-NNC). Het zeer karakteristieke en dynamische portret van Ptolemaios met aegis om zijn schouder en een lint in zijn haar. Het lint is het Hellenistische symbool voor koningschap, uit antieke bronnen weten we dat het wit was.
De inmiddels vergoddelijkte veldheer werd door enkele van zijn generaals op munten afgebeeld om hun eigen macht te legitimeren en hun claim op een deel van het rijk van de Macedonische veroveraar kracht bij te zetten. Met het afbeelden van hun voormalige baas wilden ze tegen de gebruikers van de munten zeggen ‘kijk, ik ben zijn rechtmatige erfgenaam’. De eerste van Alexanders opvolgers die vervolgens zijn eigen portret op zijn munten liet zetten was Ptolemaios I (koning van Egypte, 305-285 v.Chr.). Hiermee was het hek van de dam en andere Hellenistische koningen en koninginnen volgden zijn voorbeeld.
Portret van Julius Caesar, 44 v.Chr. zilver, 18 mm; collectie DNB-NNC). Deze munt is enkele weken voordat hij werd vermoord geslagen. We zien Caesar hier in zijn functie als opperpriester, met bedekt hoofd. Hij is ook afgebeeld met een lauwerkrans, symbool van overwinning. Caesar had van de senaat het bijzondere recht gekregen een lauwerkrans te mogen dragen wanneer hij dat wilde. Met dit voorrecht was hij enorm verguld want volgens de antieke bronnen zat hij nogal met het feit dat hij kaal was, met een krans kon hij dat mooi verbergen.
Het gebruik om munten te voorzien van portretten werd later overgenomen in Rome, waar Julius Caesar in 44 v.Chr. het als eerste Romein waagde zijn eigen gezicht op munten te zetten. Caesars muntportret was een visuele manifestatie van zijn macht en het begin van een Romeinse revolutie op muntgebied. Dit werd niet gewaardeerd door zijn tegenstanders. Misschien was het zelfs wel een van de druppels die de spreekwoordelijke emmer bij zijn vijanden heeft doen overlopen en tot Caesars moord in 44 v.Chr. heeft geleid. Toch liet iedereen die in het Romeinse Rijk op het hoogste niveau om de macht streed na Caesars dood munten slaan met zijn eigen portret.
Portret van Gian Galeazzo Maria Sforza, hertog van Milaan (1476-1494). Om zijn kracht, macht en leiderschap te benadrukken is de hertog afgebeeld in een harnas. Deze munten worden testone genoemd, van ‘testa’ = ‘hoofd’ in het Italiaans, naar de portretten op de voorzijde.
Eind derde eeuw verdwijnt het realistische Romeinse muntportret om pas tijdens de Renaissance in Italië weer te worden herontdekt door de machtige en (invloed)rijke vorsten van verschillende Italiaanse staten. Zij zagen de portretten van Romeinse keizers op meer dan duizend jaar oude, opgegraven munten en wilden op dezelfde manier worden vereeuwigd. Zo werd het startsein gegeven voor de herintroductie van muntportretten in heel Europa. De Romeinse en Italiaanse muntportretten zijn zo zelfs de directe voorlopers van het muntportret van Koning Willem-Alexander en andere vorsten en staatshoofden die we nu nog steeds op onze (euro)munten afbeelden.
Euromunt met het portret van koning Willem-Alexander (2023) (nikkel/messing, 23 mm; collectie DNB-NNC). De bekende fotograaf Erwin Olaf maakte een modern muntportret van Willem-Alexander dat bestaat uit kleine vlakken. Het idee van Olaf is dat het profiel van de koning het Nederlandse landschap weerspiegelt met polders doorsneden door sloten. Het portret is een som van kleine delen die samen een geheel vormen. Dit staat symbool voor de diversiteit van de bevolking van ons land en de verbindende rol van onze vorst.